terug naar nwz.nl

Hartritmestoornissen

De hartspier trekt in rust gemiddeld met een frequentie van 60 tot 70 slagen per minuut samen. Bij inspanning kan het hart wel 150 tot 180 keer per minuut samentrekken. Dat samentrekken gebeurt door een elektrische prikkel. Die prikkel ontstaat in de sinusknoop, die in de rechterboezem ligt. Daarvandaan verspreidt de prikkel zich over de boezems. Tussen de boezems en de kamers zit de AV-knoop. Deze houdt de elektrische prikkel heel even vast en verspreidt hem daarna over de kamers. Als de elektrische prikkel verkeerd, te langzaam of te snel door het hart loopt, ontstaat een ritmestoornis. Er wordt onderscheid gemaakt tussen boezemritmestoornissen en kamerritmestoornissen. Binnen deze twee groepen zijn er veel verschillende ritmestoornissen.

De meest voorkomende ritmestoornis is boezemfibrilleren. Er zijn verschillende oorzaken van boezemfibrilleren en de kans wordt groter bij het ouder worden. Boezemfibrilleren is een goedaardige ritmestoornis, waarbij het belangrijk is dat de frequentie rond de 100/min blijft en dat er bloedverdunners worden gegeven. Deze bloedverdunners zijn nodig om bloedpropjes ter voorkomen, die kunnen ontstaan bij deze ritmestoornis.

De ritmestoornis kamerritmefibrilleren komt niet vaak voor. Hierbij trekken de hartkamers niet meer effectief samen, waardoor het hart minder goed bloed kan uitpompen. Als deze ritmestoornis optreedt, wordt geprobeerd de oorzaak aan te pakken en medicatie gestart. Het kan zijn dat er een ICD nodig is.

Bekijk het voorlichtingsfilmpje van de Hartstichting over hartritmestoornissen:

Om deze video te bekijken moet u eerst akkoord gaan met inschakelen van alle cookies.

Voorkeuren aanpassen
Wat merkt u van een hartritmestoornis?
  • hartkloppingen
  • hartoverslagen 
  • pijn op de borst 
  • kortademigheid 
  • vocht vasthouden
  • duizeligheid 
  • (neiging tot) wegraken
  • gejaagd gevoel