Als de binnenste laag van de wand van een bloedvat beschadigd is, kan hier een bloedstolsel ontstaan. Dit bloedstolsel noemen we trombose. Als een bloedstolsel in een ader (vene) zit, spreken we van een veneuze trombose. Meestal komt trombose voor in de ader van een been (trombosebeen) of arm (trombosearm).
Trombose
Meer over trombose
Als het stolsel of een stukje van het stolsel losraakt, meegevoerd wordt met de bloedstroom en vastloopt in een ader of slagader, spreken we van een embolie. Als het stolsel in de longen vastloopt, heet dit een longembolie.
U kunt de volgende klachten krijgen bij trombose:
- vermoeidheid in de benen
- verkleuring van de benen en een warme huid
- pijn of zwelling van de kuit of het been
- strak gespannen huid van het been (rood en glanzend met gestuwde oppervlakkige aderen)
De meest voorkomende oorzaken of risicofactoren van trombose zijn:
- ernstig overgewicht
- roken
- operaties met narcose
- een arm of been langere tijd niet kunnen bewegen, bijvoorbeeld door gips
- zwangerschap en kraambed
- ouderdom
- ernstige ziektes, zoals infecties of kanker
- afwijkingen in het stollingssysteem (aangeboren)
Websites met meer informatie
Onderzoeken
Behandelingen