In de rubriek ‘Dokter, vertel eens’ geven specialisten van het hart-long centrum antwoord op veelgestelde vragen.
Deze maand is onze cardioloog Giovanni Tahapary aan het woord.
Dokter Tahapary, vertel eens…
Ik heb last van de hartritmestoornis boezemfibrilleren. Wat kunt u hieraan doen? Ik twijfel over een ablatie, kunt u mij daar meer over vertellen?
Wat kunt u doen aan boezemfibrilleren?
Bij boezemfibrilleren is er sprake van een hartritmestoornis. Er zijn in de boezem van het hart te veel prikkels en daardoor ontstaat er kortsluiting. Boezemfibrilleren is in principe onschuldig, maar het kan wel herseninfarcten veroorzaken. Daarom gebruiken de meeste patiënten bloedverdunners.
Ik probeer ervoor te zorgen dat de patiënt zo min mogelijk last heeft van zijn ritmestoornis. De behandeling begint meestal met medicatie. Soms hebben patiënten last van bijwerkingen van de medicijnen of werken de medicijnen niet meer. Dan kom je meestal in aanmerking voor een ablatie.
Wat is een ablatie?
Bij een ablatie beschadigen we onrustig spierweefsel bij de longaders. De prikkels van de longaders die de problemen veroorzaken, komen dan niet meer binnen in de boezem. Ze verstoren het hartritme niet meer.
Een ablatie kan de kwaliteit van leven verbeteren. Er is helaas geen 100% kans op succes. Die kans is ongeveer 70%. Het voordeel van een ablatie is dat de risico’s klein zijn. De patiënt kiest grotendeels zelf voor een ablatie.
Wat houdt de ingreep in?
De ablatie duurt ongeveer 2,5 uur en meestal mag je de volgende dag al naar huis. De operatie gaat via de lies. Daardoor moet je nog wel een aantal dagen rustig aan doen. Ik behandel mijn eigen patiënten niet in Noordwest Ziekenhuisgroep, maar in het VUmc. Mijn collega Dr. Kimman ableert in het OLVG.
Na een ablatie kan niet iedereen zonder medicijnen. En soms ableer ik een patiënt 2 keer, omdat de klachten nog niet voldoende onder controle zijn. Het belangrijkste is dat mijn patiënten een goede kwaliteit van leven hebben. Dat probeer ik samen met de patiënt te bereiken.