terug naar nwz.nl

Dotterbehandeling

Met een dotterbehandeling (PCI - Percutane Coronaire Interventie) behandelen we één of meerdere vernauwingen in de kransslagader. Net als bij een hartkatheterisatie brengt de cardioloog via uw pols een katheter - dit is een dun hol slangetje – aan naar het hart. Via dit slangetje brengt hij vervolgens een draad met een ballonnetje in, dat op de plaats van de vernauwing opgeblazen wordt. Op die manier wordt het vernauwde bloedvat wijder gemaakt en kan het bloed er weer normaal doorheen stromen. Doorgaans plaatst de cardioloog een zogenoemde 'stent' in het bloedvat. Dit is een metalen cilindertje van gaas, dat ervoor zorgt dat het bloedvat goed open blijft. Een dotterbehandeling duurt één tot anderhalf uur.

Hoe kunt u zich voorbereiden op een dotterbehandeling?
Uw cardioloog geeft aan of u dezelfde dag naar huis mag of een nacht moet blijven. In dit laatste geval wordt u 1 nacht in Alkmaar opgenomen op de hartafdeling (211).
De behandeling verricht de cardioloog in de hartkatheterisatiekamer (224). Na de ingreep moet u minimaal 3 dagen rustig aan doen met de pols. Om nabloedingen te voorkomen mag u bijvoorbeeld niet zwaar tillen, fietsen of sporten.

Bekijk het fotoverhaal van de dotterbehandeling